Waarom spreeuwen bloemen plukken en trillende muizen slimmer zijn

Waarom slapen we eigenlijk zoveel? Hoe komt het dat we na stress liever een gebakje eten dan een appel? En hoe zorgt een fruitvlieg ervoor dat zijn vrouw geen overspel pleegt? De 18 korte verhalen in dit boek geven de antwoorden op deze vragen en zijn het resultaat van het uitgevoerde gedragsonderzoek.

Recensie(s)

Wetenschappelijk werk lijkt vaak dor, droog en moeilijk. Deze samenvattingen van negentien onderzoeken van bio-, eco- en neurobiologen laten zien dat dat hier niet geldt. Het risico van het samenpersen (gemiddeld vijf pagina's tekst, met een voorblad) is echter duidelijk: soms is niet te zien of het gaat om fouten dan wel om onvolkomenheden in het vertellen.

Omdat er geen verdere literatuurgegevens zijn is dat – jammer genoeg – niet na te gaan, ook al is er wel een lijst van de betreffende onderzoekers. Maar zelfs in de hiervoor genoemde gevallen zijn de verhalen zeer de moeite waard door de onverwachte aard van de onderwerpen.

Het grootste deel (meer dan tien) gaat over onderzoek bij dieren (bijvoorbeeld de spreeuw, doodgravers en sluipwespen), maar ook de mens (biologische klok, agressie, slapeloosheid) en in twee gevallen planten (savanne, burenhulp bij groei) komen aan bod. Illustraties spelen een ondergeschikte rol.

Meestal is wetenschappelijk onderlegd zijn niet noodzakelijk om te kunnen genieten van de soms curieuze feiten. Nieuwsgierigheid is eerder van belang. Dat is wat de onderzoekers ook drijft en bezighoudt.

Door de populaire, goed leesbare tekst met soms wat vaktermen komt de wetenschap dichter bij een breed publiek te staan. En dat is belangrijk!

Drs. Jan Beelen