De neus van de hond - Deel 1

Klantenreviews (1)

Voor iedereen die met detectiewerk aan de slag wilReview door Judith Lissenberg

Waardering

Deze 192 tellende pagina’s tellende hardcover uitgave, die in de categorie ‘kloeke boeken’ valt, bevat veel uitgeschreven oefeningen en foto’s in kleur waarmee zowel beginnende als gevorderde combinaties in de detectiesport aan de slag kunnen. Ook instructeurs kunnen er leuke lesideeën uithalen.

Professionele detectiehonden worden getraind op het zoeken van bijvoorbeeld drugs en explosieven. ‘Detectie als sport en hobby’ pakt het wat onschuldiger en recreatiever aan: je leert in dit boek hoe je een hond kunt leren zoeken naar een stof als koffie, vanille, kruidnagel of anijs. Er zijn enorm veel wegen die naar Rome leiden en natuurlijk kan het altijd anders en heeft iedereen weer zijn eigen methodes, maar ik denk dat de inhoud van dit boek voor heel veel mensen goed te volgen zal zijn.

De uitgave begint met een begrippenlijst en een overzicht van detectiematerialen, zodat je meteen weet wat overschaduwing betekent en wat een geurdepper is. Daarna volgt een gedeelte over de basistraining voor het detectiewerk. De hoofdmoot van dit heel praktische boek bestaat uit vijftig oefeningen om je hond te trainen tot detectiesporthond, waaronder tien challenges met een spelelement. Vervolgens biedt de sectie ‘troubleshooting’ oplossingen voor problemen waar je tijdens de training tegenaan kunt lopen.

Linda en Miriam hebben een prettige stijl van uitleggen en dat maakt dat dit boek goed te lezen en te begrijpen is. Dat is fijn, want er komen best wat leerprincipes en trainingstechnieken om de hoek kijken. Enerzijds bekruipt je daardoor af en toe waarschijnlijk het gevoel van ‘o jeetje, ingewikkeld, lukt het me wel om daar allemaal rekening mee te houden’, anderzijds zou je de leertheorie ook even kunnen laten voor wat het is en gewoon lekker bij de oefeningen voor starters kunnen beginnen.

De detectieoefeningen, oplopend van makkelijk naar moeilijk, worden steeds beschreven volgens een vaste volgorde: de benodigde materialen, het doel, de uitvoering en aandachtspunten. De stapsgewijs beschreven uitvoering van de oefeningen – leg het dekseltje op de grond, houd je vinger op het dekseltje, plaats nu een voertje… - leest een beetje als de recepten in een kookboek. Je moet er, net als tijdens het koken, goed je aandacht bijhouden om tot de juiste op- en uitbouw van de oefening te komen en daarmee tot het gewenste resultaat.

Echt leuk is de variatie in zoekoefeningen. Zelfs al ben je een slechte kok en niet zo handig met looplijnen en luchtstromen, dan nog zul je veel inspiratie uit dit boek halen en heel veel mogelijkheden gaan zien om een geur te verstoppen. In boxen of een (gaten)muur bijvoorbeeld, tussen stammetjes of begraven onder zand, maar ook ‘gewoon’ vrij zoeken onder dozen, potten of dakjes. En dan is er het mogelijk nog meer tot de verbeelding sprekende gevorderde detectiewerk: ruimtes, voertuigen, tribunes of bagage afzoeken.

Linda en Miriam hopen met hun boek een naslagwerk te hebben neergezet voor zowel handlers als detectie-instructeurs. Ik denk dat ze daarin heel goed geslaagd zijn. Laat je niet afschrikken door de leertheorie en de recepten, want detectiewerk is echt enorm leuk. Ga er dus gewoon lekker met dit boek in de hand mee aan de slag! Als recreant is het, in tegenstelling tot de echte explosievenhond, namelijk helemaal geen probleem als je een keer een ‘bom’ van anijs of kaneel over het hoofd ziet. (Geplaatst op 06-09-2021)